Van inspanningsverplichting naar resultaatverplichting

de nieuwe realiteit van Social Return

2 min leestijd

In de beginjaren van Social Return was het vaak genoeg om als opdrachtnemer aan te tonen dat je "je best had gedaan" om de verplichting na te komen. Het ging om een inspanningsverplichting: als je kon laten zien dat je actief had geprobeerd iemand met een afstand tot de arbeidsmarkt te plaatsen, dan was je als opdrachtnemer in de regel veilig. Ook kwam het vaak voor dat Social Return wel in de aanbestedingsdocumenten was opgenomen, maar dat er door de opdrachtgever tijdens de looptijd van de overeenkomst ook niet gevraagd werd om het nakomen van de verplichting.

Maar dat is de afgelopen jaren veranderd. Steeds vaker formuleren aanbestedende diensten een resultaatverplichting, en daar horen ook boetebepalingen en handhaving bij. In deze blog lees je wat dat betekent voor opdrachtnemers én aanbestedende diensten (opdrachtgevers).

Waarom wordt Social Return steeds belangrijker?

Steeds vaker zien we dat Social Return een vaste plek krijgt in aanbestedingen. Dat is geen toeval, maar het gevolg van een duidelijke maatschappelijke ontwikkeling. Overheden gebruiken hun inkoopkracht om meer te doen dan alleen diensten en producten inkopen. Ze willen publieke waarde creëren, en Social Return is daar een concreet instrument voor. Denk aan het bieden van kansen aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of het stimuleren van inclusiviteit op de werkvloer.

Social Return past bovendien binnen bredere nationale en Europese ambities. Vanuit het Europese recht is sprake van een sociale markteconomie, waarin volledige werkgelegenheid en sociale vooruitgang expliciet worden nagestreefd. Dat geeft publieke organisaties de legitimiteit en zelfs de verplichting om sociaal beleid, zoals Social Return, serieus te verankeren in hun opdrachten.

Ook maatschappelijke verwachtingen veranderen. Publiek geld moet aantoonbaar bijdragen aan maatschappelijke doelen. Dat leidt tot concretere eisen, meer monitoring, en dus ook strengere handhaving.

Van vrijblijvendheid naar concrete doelstelling

De ontwikkeling van Social Return is een beweging van vrijblijvendheid naar resultaatgerichtheid. Waar eerst vooral werd gestuurd op intentie, sturen steeds meer overheden nu op uitkomsten (op resultaat). Dit betekent:

Deze verschuiving zorgt ervoor dat Social Return meer impact krijgt. Het brengt echter ook verantwoordelijkheden met zich mee.

"Ze handhaven toch niet, ..." is een riskante aanname

In de praktijk kom je nog vaak de gedachte tegen: "Ze schrijven wel een boeteclausule op, maar in de praktijk handhaven ze toch niet." Die gedachte is niet alleen achterhaald, maar ook juridisch riskant.

Aanbestedende diensten hebben volgens het gelijkheids- en transparantiebeginsel de verplichting om contractuele voorwaarden te handhaven, zeker als deze bij inschrijving en gunning leidend zijn geweest.

Wanneer een boetebeding onderdeel is van de overeenkomst, moet een aanbestedende dienst optreden als een opdrachtnemer de verplichtingen niet nakomt. Doet zij dat niet, dan handelt zij in strijd met het gelijkheidsbeginsel ten opzichte van andere opdrachtnemers en mogelijk zelfs in strijd met haar eigen interne controle. Ook na gunning schrappen van de verplichting, of deze verlagen van 5% naar 2% mag niet zomaar.

Wat betekent dit voor opdrachtnemers?

En voor aanbestedende diensten?

Afsluitend

De tijd van vrijblijvende sociale paragraafjes is voorbij. Social Return ontwikkelt zich steeds verder tot een contractueel afdwingbare verplichting. En terecht: alleen zo kunnen we zorgen dat maatschappelijke doelstellingen, zoals arbeidsparticipatie, geen papieren tijgers blijven, maar werkelijkheid worden.


Wil je weten hoe je als opdrachtnemer verantwoord kunt omgaan met Social Return binnen aanbestedingen? Social Return Specialist helpt je met concrete plannen, realistische invulling en houdbare onderbouwing. Neem contact op.